Aanmelden kind bij sportvereniging is gezagsbeslissing
Een gescheiden stel ruziet over de vraag of een dochter op korfbal mag. Dat is niet zomaar een dagelijkse beslissing maar een gezagsbeslissing, aldus de voorzieningenrechter. De vader wil vervangende toestemming van de rechter, maar krijgt deze niet. Hij wordt veroordeeld de proceskosten van de moeder te vergoeden.
Partijen hebben twee kinderen. Als zij uit elkaar gaan, zijn deze nog minderjarig. De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen. Tussen hen ontstaat een geschil over de vraag of de dochter wel of niet op korfbal mag. De vader heeft haar voorwaardelijk aangemeld bij een korfbalvereniging maar de moeder weigert – als medegezaghebbende ouder – om die aanmelding definitief te maken.
Vervangende toestemming
Beide ouders vinden een teamsport goed voor de dochter. Maar de dochter zit ook op dansles, en volgens de moeder is ook korfballen te veel voor haar. De vader wil haar snel aanmelden, omdat zij anders mogelijk niet kan worden geplaatst in het team van haar vriendinnetjes en klasgenootjes. De moeder wil zich eerst oriënteren op andere clubs. Nu de moeder de aanmelding weigert, vraagt de vader aan de rechtbank Zeeland-West-Brabant in kort geding om vervangende toestemming.
Gezagsbeslissing
De aanmelding van een kind bij een zwemschool of sportclub is geen kleine dagelijkse beslissing, maar een van enig belang, en dus een gezagsbeslissing. Geeft een gezagdragende ouder geen toestemming voor de aanmelding, dan mag de andere ouder een kind niet inschrijven bij een club. In deze zaak komen de ouders niet tot overeenstemming. Ondanks de ontbrekende instemming van moeder heeft de vader de dochter wekelijks laten deelnemen aan korfbaltrainingen.
Belang van de dochter
Hoewel het goed is dat kinderen sporten, aldus de voorzieningenrechter, kan in dit geval niet worden vastgesteld of het in het belang van de dochter is om bij de korfbalvereniging te gaan. Deze kwestie is een onderdeel geworden van de strijd tussen de ouders, wat belastend is voor het meisje en een ontwikkelingsbedreiging voor haar vormt. De vader krijgt geen vervangende toestemming om de dochter in te schrijven.
Proceskosten
In familierechtelijke zaken is het gebruikelijk dat de proceskosten tussen partijen worden ‘gecompenseerd’: iedere partij draagt de eigen kosten van de procedure. De rechter kan daar, onder bijzondere omstandigheden, van afwijken. Deze ouders hebben al meer dan twintig procedures gevoerd, steeds over gezagskwesties. Enkele maanden geleden ging het over de aanmelding bij een zwemclub. Nu is de rechter er wel klaar mee: de vader moet de kosten, die de moeder in deze procedure heeft gemaakt (€ 1.011), vergoeden, omdat hij de dochter maandenlang zonder toestemming van de moeder heeft laten deelnemen aan korfbaltrainingen (wat nu moet stoppen). Daarmee heeft hij niet gehandeld in het belang van de dochter.
Uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLI:NL:RBZWB:2023:8119 C/02/414587 / KG ZA 23-483 | 19-11-2023
Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Annemarie Braun. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.
