fbpx
Aanbesteding intrekken

‘Toch niet’; intrekking aanbesteding bureaus toegestaan

Een gemeente vraagt drie bedrijven een offerte uit te brengen voor 60 zit-sta bureaus. Vervolgens zet de gemeente dit stop. De ‘winnaar’ maakt bezwaar.  

Een gemeente organiseert een aanbesteding voor de levering van 60 zit-sta bureaus. De gemeente wil de ‘economisch meest voordelige inschrijving’ (EMVI), ofwel: de goedkoopste inschrijving met de beste kwaliteit. Drie partijen worden uitgenodigd een offerte uit te brengen. In de offerteaanvraag staan de gunningcriteria: er kunnen punten worden behaald voor onder andere de prijs, service, terugkoop- en nalevergarantie, klachtafhandeling en duurzaamheid. De opdracht wordt gegund aan de partij die de hoogste totaalscore behaalt.

Procedurele gebreken

Eén van de drie bedrijven is gespecialiseerd in ergonomische producten. Dit bedrijf is het goedkoopst, maar haalt niet de hoogste totaalscore. De gemeente trekt vervolgens de aanbesteding in wegens ‘procedurele gebreken’. Zij realiseert zich inmiddels te hebben nagelaten in de offerteaanvraag helder te maken hoe de punten worden verdeeld onder de inschrijvers. De gemeente kan dus niet goed onderbouwd een keuze maken. Dat de eisende partij daar wél opties toe ziet, doet daar niet aan af. 

Aanbesteding stopzetten mag

Het ‘goedkoopste’ bedrijf verzet zich tegen de intrekking en wil dat het als winnaar van de aanbesteding wordt uitgeroepen. Daarvoor start het bedrijf een procedure bij de rechtbank Limburg, die moet beoordelen of de gemeente de procedure mocht intrekken.

In de aanbestedingsdocumenten stond dat dit ‘op ieder moment’ kon, maar dat vindt de rechtbank onvoldoende. Intrekking kon wel om een andere reden. In 2014 bepaalde het Europees Hof van Justitie in het Croce Amica-arrest dat een aanbestedende dienst die besluit tot intrekking van een aanbesteding verplicht is de redenen daarvoor aan inschrijvers mee te delen, om zo een minimaal transparantieniveau en de naleving van het beginsel van gelijke behandeling te waarborgen. Daarbij heeft de aanbestedende dienst een grote mate van vrijheid om tot intrekking van een aanbesteding over te gaan. Dit kan zelfs zonder een ‘gewichtige reden’. Een aanbesteding stoppen kan bijvoorbeeld als het uit het oogpunt van het algemeen belang niet (langer) opportuun is om de aanbestedingsprocedure te voltooien. Daarbij kan worden gedacht aan een gewijzigde economische context, als de behoefte van de aanbestedende dienst is veranderd of als er een te laag concurrentieniveau is.

Vrijheid van contracteren

In dit geval heeft de gemeente een reden opgegeven om de aanbesteding in te trekken: de procedurele tekortkoming. Of het bedrijf die reden terecht vindt, is niet relevant. Over deze tekortkoming heeft de gemeente duidelijk naar de inschrijvers gecommuniceerd. Ook gezien de vrijheid van contracteren mocht de gemeente overgaan tot intrekking. Daarmee zijn de beginselen van transparantie en gelijke behandeling in acht genomen.

Heraanbesteding

De ergonomiespecialist wil ook dat het de gemeente wordt verboden om de opdracht opnieuw aan te besteden. Dat wijst de voorzieningenrechter ook af. Uiteraard moet de heraanbesteding wel aan de eisen voldoen die daarvoor gelden. Of dat wel, of niet, het geval gaat zijn, is nu nog niet bekend. Voor een verbod is het dus nu nog te vroeg. 

Uitspraak Rechtbank Limburg | jurisprudentie | ECLI:NL:RBLIM:2024:311 | 22-02-2024

Wilt u meer informatie over aanbestedingsrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Anne Vokurka-Viruly. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.