Toestemming is niet genoeg om geheimhouding te doorbreken
Een kinderarts schrijft een boek over kindermishandeling. Patiënt geeft toestemming dat haar casus erin komt. De moeder van deze patiënt dient een klacht in; zij had dit niet in een boek gewild. Hoe zit het met haar “persoonlijke levenssfeer”?
Lees hieronder verder
Wat was er in deze casus aan de hand?
In een recente tuchtrechtuitspraak boog het Regionaal Tuchtcollege zich over een klacht tegen een kinderarts. Twee dochters van klaagster werden in 2012 met spoed uit huis geplaatst. Bij de dochters zijn verschillende specifieke somatische en psychiatrische diagnoses gesteld. Enkele jaren later werkt de kinderarts van de dochters mee aan een boek over kindermishandeling. Ze kreeg daarvoor toestemming van de dochter, niet van de moeder.
Wat is de klacht?
Deze tuchtzaak kent meerdere onderdelen. Eén klacht ziet op het boek. De kinderarts wordt verweten dat zij de casus van klaagster en haar kinderen zonder toestemming van moeder heeft opgenomen in een boek over kindermishandeling. De ‘geanonimiseerde’ casus leek nog zo op de echte casus, dat het duidelijk zou zijn dat het om deze moeder gaat. De kinderarts stelt dat de casussen wel op elkaar lijken, maar de moeder is niet herleidbaar; hierdoor zou toestemming van de moeder volgens de arts niet nodig zijn geweest.
Welke norm geldt hier?
Een zorgverlener moet informatie geheimhouden. Heel soms zijn er uitzonderingen, waaronder toestemming van de patiënt. In dit geval was er inderdaad toestemming van de patiënt en was toestemming van de moeder niet nodig. Maar let op, ook bij toestemming mag er alleen informatie verstrekt worden “voor zover daardoor de persoonlijke levenssfeer van een ander niet wordt geschaad.” (art. 7:457 lid 1 BW).
Wat oordeelt de tuchtrechter?
Toestemming is niet genoeg. De kinderarts moet ook rekening houden met de persoonlijke levenssfeer van de betrokken moeder. Het college legt om die reden heel precies de werkelijke casus langs de casus in het boek. Er zijn duidelijk overeenkomsten, maar dat “delen van de casus voor klaagster herkenbaar zijn, betekent echter nog niet dat de informatie objectief herleidbaar is tot klaagster.” De casus is niet objectief herleidbaar volgens de tuchtrechter en de persoonlijke levenssfeer van de moeder dus niet geschaad. Het klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard.
Op de website waar alle tuchtuitspraken te vinden zijn, vind je ook deze volledige uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ’s-Hertogenbosch.
Heeft u vragen over het gezondheidsrecht? Neem dan gerust contact op met Anne Vokurka-Viruly of vul ons contactformulier in, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.