fbpx
Vakbond moet meepraten over arbeidsvoorwaarden

Bedrijf moet toestaan dat ook vakbond meepraat over collectieve arbeidsvoorwaarden

Een vakbond is er niet blij mee dat een reisorganisatie de arbeidsvoorwaarden voor het cabinepersoneel alleen bespreekt met de ondernemingsraad. Als de reisorganisatie blijft weigeren de vakbond toe te laten bij onderhandelingen, stapt deze laatste naar de rechter. De kantonrechter wijst de vordering van de vakbond af, maar het Gerechtshof Den Haag stelt de vakbond in het gelijk. Vervolgens legt de reisorganisatie de zaak voor aan de Hoge Raad.

Het hof geeft aan dat er geen nationale of internationale bepaling is die een werkgever verplicht om met een vakbond te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden. Er is ook geen bepaling die een werkgever verbiedt om deze met (alleen) de ondernemingsraad tot stand te brengen. In 2007 oordeelde de Hoge Raad in het AbvaKabo-arrest dat een vakbond die een groot aantal werknemers in de branche vertegenwoordigt en representatiever is dan andere vakbonden, in beginsel recht heeft op toelating tot cao-onderhandelingen. Niet-toelating kán onrechtmatig zijn. Die norm geldt nog steeds, aldus het hof. Er kan worden overlegd met de ondernemingsraad, maar de vakbond heeft een ‘voorrangspositie’. Het recht van de vakbond op het voeren van collectieve onderhandelingen weegt in dit geval zwaarder dan de contractsvrijheid van de reisorganisatie.

Niet zorgvuldig

De Hoge Raad komt tot dezelfde conclusie. Deze zaak wordt erdoor gekenmerkt dat de reisorganisatie geen partij is bij een cao en geen cao-onderhandelingen voert met andere vakbonden, maar onderhandelt over primaire arbeidsvoorwaarden met haar ondernemingsraad. Verder strekt de toegewezen vordering van de vakbond niet ertoe dat de vakbond kan deelnemen aan het lopende overleg tussen de reisorganisatie en de ondernemingsraad, maar dat tussen de reisorganisatie en de vakbond cao-onderhandelingen zullen worden gevoerd. Deze zaak verschilt van het geval dat heeft geleid tot het AbvaKabo-arrest. Dit neemt niet weg dat ook in deze situatie – gelet op de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt, mede in het licht van het in diverse verdragen gewaarborgde recht op collectief onderhandelen – de weigering van een werkgever om met een vakbond in onderhandeling te treden, onrechtmatig kan zijn. 

Representativiteit

Om mogelijke onrechtmatigheid te beoordelen moet worden gekeken naar tal van factoren: de representativiteit van de vakbond, de belangen die de vakbond nastreeft, de deskundigheid en de ervaring van de vakbond met onderhandelingen in deze branche, het belang dat onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden in dit geval worden gevoerd door onderhandelaars die onafhankelijk zijn van de werkgever, het draagvlak bij de werknemers voor de huidige manier waarop wordt onderhandeld en de aan die wijze verbonden waarborgen voor werknemers, en hoe bezwaarlijk het is dat een vakbond wordt toegelaten.

Ontevreden

Deze vakbond vertegenwoordigt ruim meer dan de ondergrens van 20 tot 25 procent van het cabinepersoneel van de reisorganisatie. Cabinemedewerkers hebben herhaaldelijk kenbaar gemaakt dat zij ontevreden zijn over de huidige medezeggenschapsstructuur. Zij willen graag onderhandelen via de vakbond: die is onafhankelijk en beschikt over deskundigheid en financiële middelen. De ondernemingsraad handelt niet louter in het belang van de werknemers en staat minder vrij en onafhankelijk tegenover de werkgever dan een onafhankelijke vakbond, en kan geen collectieve acties voeren. Deze reisorganisatie onderhandelt inmiddels wel met een onafhankelijke vakbond over de arbeidsvoorwaarden voor het cockpitpersoneel, en wil een interne vakbond oprichten om daarmee in onderhandeling te treden over een cao. De reisorganisatie heeft onvoldoende duidelijk gemaakt waarom de huidige medezeggenschapsstructuur noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering. Het hof heeft de juiste beslissing genomen dat de reisorganisatie daarom de vakbond niet mocht uitsluiten van collectieve onderhandelingen.

Uitspraak Hoge Raad jurisprudentie | ECLI:NL:HR:2024:673 | 25-04-2024

Wilt u meer informatie over arbeidsrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Frederike Werts. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Ook interessant