Eerder op het werk aanwezig? Recht op loon!
Moet de werknemer van zijn werkgever 10 minuten eerder op het werk aanwezig zijn? Dan heeft hij recht op loon, oordeelde het Hof.
Loonvordering van de werknemer
Een medewerker van een callcenter begint zijn dienst om 9.00 uur. In de ‘planningsregels’ staat dat hij 10 minuten voor aanvang van de dienst aanwezig moet zijn, de ’10 minuten regel’. Dan kan hij zijn computer opstarten, zodat hij om 9.00 uur klaar is voor het eerste telefoontje. Volgens de medewerker is het eerder aanwezig zijn dan 9.00 uur een opdracht van de werkgever en dus werktijd. Omdat de werknemer daarvoor geen salaris van zijn werkgever heeft ontvangen, eist hij dit loon met terugwerkende kracht vanaf 2016. Het gaat om een bedrag van ongeveer € 1.600 bruto.
Verweer van de werkgever
In de procedure bij de kantonrechter voert de werkgever aan dat de medewerker bij indiensttreding heeft ingestemd met de planningsregels met daarin de 10 minutenregel. De werkgever verwijst verder naar het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat dat ‘arbeidstijd’ de tijd is dat een werknemer ‘onder gezag van de werkgever arbeid verricht’. In de 10 minuten voor aanvang van de dienst wordt er niet gewerkt: medewerkers kunnen alvast inloggen, koffie pakken of naar de wc gaan. Volgens de werkgever hoeft er daarom voor die tijd geen salaris te worden betaald.
De kantonrechter gaat daarin echter niet mee en geeft de medewerker gelijk. De werkgever gaat daarom in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag.
Daar verklaart de werkgever dat het opstarten van de systemen geen 10 maar ongeveer 2 minuten duurt. De 10 minutenregel staat wel in de planningsregels, maar de werknemer staat dan niet al ter beschikking van de werkgever. Ook heeft de werkgever de werknemer nooit een waarschuwing gegeven als hij minder dan 10 minuten voor de aanvang van zijn dienst aanwezig was. Tenslotte verwijst de werkgever naar de CAO. Daarin staat dat minder dan een kwartier voor of na de dienst werken geen meerwerk is waarvoor salaris moet worden betaald.
Oordeel van het Gerechtshof
Het Hof oordeelt dat de kantonrechter de werkgever terecht heeft veroordeeld om aan de werknemer het loon te betalen voor de 10 extra gewerkte minuten per dag.
De medewerker is nu eenmaal op grond van zijn arbeidsovereenkomst gebonden aan de planningsregels. In deze planningsregels staat: ‘Meld je daarom altijd 10 minuten voor aanvang van je dienst bij je supervisor’. Uit de ‘gebiedende wijs’ waarop de 10 minuten regel is geformuleerd, volgt dat de werknemer zich moet melden.
Toen de werknemer een keer te laat kwam, werd hij daarop door zijn supervisor ook aangesproken. Dat de werkgever dit niet altijd controleert en dat geen sanctie volgt als een medewerker zich te laat meldt, doet daaraan niet af.
Zelfs al duurt het opstarten van de systemen maar 2 minuten, dan betekent dat niet dat dit geen arbeidstijd is. Nu de medewerker aanwezig moet zijn en zich moet voorbereiden op de aanvang van zijn dienst, wordt hij beperkt in zijn mogelijkheden zijn tijd aan eigen zaken te besteden. Dat hij in die tijd nog niet productief is, doet niet ter zake, want de werknemer is geen partij bij de afspraken die de werkgever met haar klanten maakt.
Tenslotte was de bepaling in de CAO waarop de werkgever zich beriep, al uit de CAO geschrapt op het moment dat de werknemer bij de werkgever in dienst trad. Het is niet aannemelijk dat de regel over onbetaald meerwerk in de CAO is blijven gelden, nu die regel niet meer in de CAO staat.
Heeft u vragen over achterstallig loon of heeft u een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem contact op met Irene Lansen of vul ons contactformulier in. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op.
Uitspraak Gerechtshof (Bron: Gerechtshof Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:GHDHA:2023:738 | 19-06-2023)