
Inkomen stiefouder niet relevant bij berekening behoefte
Een man vraagt de rechtbank Rotterdam de partneralimentatie die hij aan zijn ex-vrouw betaalt op nul te stellen. Hij voert aan dat hij naast de alimentatie aan zijn ex-partner ook moet bijdragen aan de kosten van levensonderhoud van zijn stiefkinderen en dat zijn ex-vrouw onvoldoende heeft gedaan om haar eigen inkomen te verhogen. De rechtbank wijst het verzoek echter af. Waarom?
Na hun scheiding is de partneralimentatie vastgesteld op basis van de situatie op dat moment: de man had een inkomen uit loondienst van ruim € 57.000 per jaar, de vrouw een inkomen van circa € 200 per maand. De vrouw was toen 52 jaar en had toen 25 jaar niet gewerkt. In het echtscheidingsconvenant hebben partijen afgesproken dat de vrouw haar arbeidsuren zoveel mogelijk zal uitbreiden om haar eigen inkomen te verhogen. Ook hebben partijen afgesproken dat er op de partneralimentatie zal worden gekort indien de vrouw boven een bepaald drempelbedrag inkomen zal gaan verdienen.
Lees hieronder verder
Stiefgezin
Inmiddels is de man hertrouwd en heeft hij een stiefgezin. Hij stelt dat hij moet bijdrage in de kosten van levensonderhoud van zijn stiefkinderen waardoor hij het afgesproken bedrag aan partneralimentatie niet meer kan betalen. Ten tweede meent hij dat zijn ex-vrouw onvoldoende inspanningen levert om haar eigen inkomen te verhogen. Op grond hiervan verzoekt hij de rechtbank de partneralimentatie op nul te stellen.
Wijziging van omstandigheden?
De rechtbank is van mening dat er geen rechtens relevante wijziging van omstandigheden is. Immers, de man heeft op een verkeerde wijze zijn aandeel in de kosten van zijn stiefkinderen berekend.
Behoefte stiefkinderen
De rechtbank beoordeelt eerst de zogeheten ‘behoefte’ van de stiefkinderen. Deze behoefte is het bedrag dat nodig is om het niveau van levensonderhoud te handhaven dat de kinderen zouden hebben gehad als het oorspronkelijke gezinsverband was voortgezet. Het gaat dus niet alleen om minimale kosten, maar om het behoud van de levensstandaard.
Berekening
De man berekent de behoefte van de stiefkinderen op basis van het huidige inkomen van hemzelf en zijn nieuwe echtgenote, en stelt dat hij een deel hiervan moet bijdragen. De rechtbank gaat hier niet in mee. Het inkomen van een (nieuwe) stiefouder wordt bij de bepaling van de behoefte van de stiefkinderen niet betrokken, zo oordeelt de rechtbank onder verwijzing naar het Trema-rapport. Immers, de behoefte van de stiefkinderen wordt berekend op basis van het inkomen van hun eigen moeder en vader, de ouders en niet op basis van de welstand van het gezin waarin de kinderen mede opgroeien. Bovendien is het inkomen van de nieuwe echtgenote van de man voldoende om in de behoefte van de stiefkinderen te voorzien.
Inspanningsverplichting
Daarnaast beoordeelt de rechtbank op verzoek van de man of de ex-vrouw voldoende doet om haar eigen inkomen te verhogen. Gezien haar leeftijd (52 jaar bij de echtscheiding), opleidingsniveau en persoonlijke omstandigheden, waaronder een lange periode van werkloosheid en mantelzorg, kan van haar redelijkerwijs niet worden verwacht dat zij volledig in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Haar recente uitbreiding van arbeidsuren is daarom naar het oordeel van de rechtbank voldoende. De rechtbank verlaagt de partneralimentatie van de man dus niet.
Uitspraak Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2025:11823 C/10/690691 / FA RK 24-9105 | 07-10-2025
Wilt u meer informatie over familierecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Hilde Dreesmann-Bruijntjes. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.



