Stiefvader adopteert stiefdochter en krijgt met moeder gezamenlijk gezag
Een minderjarige dochter woont sinds 2011 met haar moeder bij haar stiefvader. Het meisje is door haar biologische vader erkend. De moeder heeft het eenhoofdig gezag over haar. Het meisje wil dat haar stiefvader haar adopteert en hij stemt daar graag mee in. De rechtbank Rotterdam wijst het adoptieverzoek toe en belast stiefvader met het gezag over het meisje samen met moeder.
Het adoptieverzoek kan volgens de wet worden toegewezen als de stiefvader ten minste drie aaneengesloten jaren met de moeder heeft samengeleefd. Het verzoek wordt alleen toegewezen als de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is en als verwacht wordt dat de minderjarige niets meer van haar biologische vader in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Aan deze voorwaarden is hier voldaan.
Lees hieronder verder
Geen contact
De dochter heeft sinds haar vierde geen contact meer met haar biologische vader. Hij heeft daarna ook niet geprobeerd om contact met haar te krijgen en hij heeft in geen enkel opzicht invulling gegeven aan zijn rol als vader. De dochter groeide sinds 2011 op in het gezin van haar moeder, stiefvader en twee halfbroers. Zij beschouwt haar stiefvader als haar echte vader en hij beschouwt haar als zijn eigen dochter.
Raadsonderzoek
De biologische vader is in de procedure niet verschenen. Wel werkte hij in het kader van het adoptieverzoek mee aan het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. Daar heeft hij gezegd dat hij graag had gewild dat het contact tussen hem en zijn dochter anders was verlopen, maar dat hij begrip heeft voor de adoptiewens.
Toewijzing
De rechtbank wijst het verzoek tot adoptie toe. De dochter heeft van haar biologische vader in zijn rol als ouder niets meer te verwachten; hij heeft zich tot nu toe altijd passief opgesteld, aldus de rechtbank. De verwachting is dat dit ook in de toekomst zo blijft. Na het onderzoek van de Raad heeft de dochter niets meer van haar biologische vader gehoord. De rechtbank vindt dat een adoptie in haar belang is. Ze is van jongs af aan door haar moeder en stiefvader verzorgd en opgevoed en ziet haar stiefvader als haar echte vader. Hij is emotioneel betrokken bij haar ontwikkeling, zo steunt hij haar bij het maken van belangrijke keuzes en is hij coach van haar voetbalteam.
Gezamenlijk gezag
In de meeste gevallen brengt de adoptiebeslissing met zich mee dat de ouders van rechtswege het gezamenlijk gezag over het kind verkrijgen, maar dit geldt niet in geval van een partneradoptie als ouders niet gehuwd zijn en ook geen geregistreerd partnerschap hebben. De rechtbank heeft dit aan de stiefvader voorgehouden. Stiefvader heeft daarop verzocht hem met moeder met het gezamenlijk gezag over de dochter te belasten. De rechtbank wijst dit verzoek toe waarbij als wettelijke grondslag niet zijn toekomstige status als adoptievader wordt gehanteerd (art. 1:253c lid 1 BW), maar zijn status als partner van moeder (art. 1:253t lid 1 BW). Voor de juristen onder de lezers is het zeker de moeite waard de uitspraak op dit punt nog na te lezen.
Bron: Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2024:9094 C/10/657823 / FA RK 23-3575 | 04-09-2024Tekst
Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Annemarie Braun. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.