fbpx
Adoptieverzoek meemoeder wordt toegewezen

Adoptieverzoek meemoeder wordt toegewezen

Twee vrouwen besluiten geregistreerd partner van elkaar te worden. Een van de twee bevalt daarna van een kind, met hulp van een bekende donor. De ander – de meemoeder ⎻ wil het kind adopteren en dient daartoe een verzoek in bij de rechtbank Rotterdam. Dat wordt toegewezen.

Op basis van de huidige regelgeving is zo’n adoptieverzoek eigenlijk niet nodig: de vrouw kan volgens deze regels in deze situatie van rechtswege het moederschap verkrijgen. De twee vrouwen zijn hiervan op de hoogte, zo laten ze de rechtbank weten, maar ze kiezen er bewust voor om het moederschap van de meemoeder via adoptie te regelen. De precieze reden daarvoor blijkt niet uit de uitspraak.

Adoptieverzoek

De rechtbank toetst het adoptieverzoek aan de toepasselijke wettelijke voorwaarden, zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank vindt dat daaraan is voldaan. De adoptie is in het belang van het minderjarige kind, want de twee vrouwen verzorgen hem samen en voeden hem samen op. 

Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming is het daarmee eens. Met de adoptie wordt recht gedaan aan de relatie van de twee vrouwen en de gezinssituatie waarin het kind zal opgroeien en de opvoeder-/ouder-kindrelatie wordt er in alle opzichten mee geformaliseerd. De donor heeft verklaard in te stemmen met het adoptieverzoek. De adoptie wordt dan ook toegewezen en werkt terug tot het tijdstip van de geboorte van het kind, nu vóór zijn geboorte om de adoptie is gevraagd.

Geslachtsnaam

Het stel heeft voor het kind de geslachtsnaam gekozen. Als gevolg van hun geslachtsnaamkeuze volgt de geslachtsnaam van de minderjarige uit de wet. Het verzoek van de twee om een uitspraak van de rechtbank daarover wordt daarom bij gebrek aan belang afgewezen.

Van rechtswege gezag

De twee vrouwen hebben verder nog gevraagd om het gezamenlijk ouderlijk gezag over hun zoon. Het kind is geboren tijdens hun geregistreerd partnerschap, zodat zij volgens de wet van rechtswege het gezag over de minderjarige gezamenlijk uitoefenen. Dit verzoek om gezamenlijk gezag neemt de rechtbank om die reden niet in behandeling.

Uitspraak Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2024:9521 C/10/678777 / FA RK 24-3557 | 29-09-2024

Wilt u meer informatie over personen- en familierecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Annemarie Braun. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Ook interessant