fbpx
Gedetineerde moeder mag kinderen bijstaan tijdens uitvaart vader

Gedetineerde moeder mag kinderen bijstaan tijdens uitvaart vader

Een gedetineerde vrouw mag niet naar de uitvaart van haar ex-man, met wie zij vier kinderen heeft. Dat zou alleen mogelijk zijn bij het overlijden van een levenspartner. Maar er zijn ‘humanitaire gronden’ op basis waarvan zij toch de uitvaart kan bijwonen.

Een vrouw en haar ex-man hebben vier minderjarige kinderen. De man is ernstig ziek en verwacht wordt dat hij snel overlijdt. De vrouw wil in het ziekenhuis afscheid van hem nemen, de uitvaart bijwonen en daarbij de kinderen ondersteunen. Probleem is echter dat zij is opgenomen in een penitentiaire inrichting. De directeur van de p.i. wijst haar verlofverzoek af. Inmiddels overlijdt haar ex-echtgenoot en herhaalt zij haar verzoek om de uitvaart te mogen bijwonen.

Humanitaire doeleinden

Weer wordt haar verzoek afgewezen. In de Regeling Tijdelijk Verlaten van de Inrichting (Rtvi) staat dat zo’n verlof alleen is toegestaan voor een bezoek in verband met het overlijden van de levenspartner (of een kind, ouder, broer, zuster, grootouder of schoonouder) van de gedetineerde. De ex-man is volgens deze regeling geen familielid, dus krijgt de vrouw geen verlof. Tegen dat besluit gaat de vrouw in beroep bij de voorzieningenrechter (Rechtbank Den Haag). Die moet beoordelen of de directeur van de p.i. in redelijkheid de verlofaanvraag heeft kunnen afwijzen.

Voor een deel krijgt de directeur gelijk: verlof is alleen toegestaan als een levenspartner overlijdt en dat was de ex-echtgenoot niet. Maar het verzoek van de vrouw was ook gebaseerd op ‘humanitaire gronden’. Verlof kan immers ook worden verleend als bijvoorbeeld een kind in levensgevaar is of zich in ernstige psychische nood bevindt. Op die grond is de directeur in zijn beslissing niet ingegaan.

Psychische nood

Duidelijk is dat de oudste zoon (17 jaar) de uitvaart van zijn vader zal bijwonen, hij onderhoudt nog veel contact met zijn moeder. Hij heeft de uitdrukkelijke wens dat zijn moeder daar ook bij is. Alleen daarom al moet de vrouw, aldus de voorzieningenrechter, in de gelegenheid worden gesteld bij de uitvaart aanwezig te zijn. Het verliezen van een vader is voor een kind zeer ingrijpend, zeker op deze nog jonge leeftijd. Zonder nadere toelichting van de directeur ziet de voorzieningenrechter niet in waarom ondersteuning van een kind bij de uitvaart van zijn vader niet valt onder ‘een kind in psychische nood’. Bewaking van de moeder daarbij is niet noodzakelijk, volgens de voorzieningenrechter kan worden volstaan met begeleiding.

Begeleiding

De voorzieningenrechter draagt de Staat daarom op de vrouw in de gelegenheid te stellen de uitvaart (die ruim drie kwartier duurt) van haar ex-echtgenoot bij te wonen. De directeur van de p.i. kan bepalen of de vrouw al dan niet wordt begeleid tijdens het vervoer daar naartoe en tijdens de uitvaart.

Uitspraak Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:RBDHA:2025:9611 | 14-05-2025

Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Augusta van Haga. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Ook interessant