fbpx
Ontslagvergoeding tijdig innen

Wacht niet te lang met het innen van de ontslagvergoeding! 

Een werknemer vordert na 11 jaar betaling van een ontslagvergoeding. Is dat op tijd of is zijn vordering verjaard?

In december 2013 ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst van een werknemer. De kantonrechter bepaalt dat de werkgever een ontslagvergoeding van € 68.647 bruto aan de werknemer moet betalen. De werkgever laat dit echter na. De werkgever wordt daarom vijf maanden na de ontbinding van het dienstverband op verzoek van de werknemer failliet verklaard.

Procedure tegen andere partijen

In augustus 2023 start de werknemer een nieuwe procedure, ditmaal tegen een drietal andere partijen, en vordert dat zijn ontslagvergoeding alsnog wordt betaald. De werknemer stelt dat de gedaagden gehouden zijn om de ontslagvergoeding, die de – inmiddels failliete – werkgever aan de werknemer verschuldigd was, te betalen omdat zij zich gedurende het dienstverband van de werknemer ingrijpend hebben bemoeid met het beleid van de werkgever.

Verjaringstermijn voor rechtelijke uitspraken: 20 jaar

Er ontstaat discussie over de vraag of die vordering is verjaard. Volgens de werknemer is hij de procedure op tijd gestart, omdat de verjaringstermijn voor het ten uitvoer leggen van de rechterlijke uitspraak van de kantonrechter uit 2013 20 jaar bedraagt. Dat klopt, zegt de rechtbank. Maar geen van de gedaagden die de werknemer heeft gedagvaard was partij bij de procedure waarin de werkgever werd veroordeeld tot betaling van de ontslagvergoeding aan de werknemer. Dat één van de gedaagden mogelijk de moedermaatschappij was van de werkgever (daarover verschillen de partijen van mening), maakt dat niet anders. De verjaringstermijn van 20 jaar is op deze zaak dus niet van toepassing.

Verjaringstermijn voor schade: 5 jaar

In plaats daarvan verjaart de vordering van de werknemer vijf jaar na aanvang van de dag waarop hij met zijn schade en de aansprakelijke persoon bekend is geworden. Volgens vaste rechtspraak begint de verjaringstermijn te lopen nadat de man daadwerkelijk in staat was een rechtsvordering tot schadevergoeding in te stellen.

De kantonrechter deed zijn uitspraak over de ontslagvergoeding in december 2013 en de werkgever ging in mei 2014 failliet. De werknemer voert aan dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld in de periode tot aan het faillissement van de werkgever. De werknemer was dus al in mei 2014 op de hoogte was van de aansprakelijkheid van de gedaagden. Dat is meer dan 10 jaar geleden.

Stuiting van de verjaring

De verjaring kan gestuit worden, bijvoorbeeld door een aanmaning te sturen. De verjaringstermijn gaat dan vanaf dat moment opnieuw lopen. De werknemer had dat ook geprobeerd. De rechter oordeelt echter dat de stuiting door de werknemer alleen betrekking had op de vordering op zijn werkgever en niet op de in deze procedure gedaagde partijen. Van stuiting was daarom geen sprake.

Geen ontslagvergoeding

De conclusie is dat de vordering van de werknemer is verjaard en hij de ontslagvergoeding niet op de gedaagde partijen kan verhalen. Omdat hij deze procedure verliest, moet hij een bedrag van € 5.443 aan proceskosten aan de gedaagden betalen.

Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland jurisprudentie | ECLI:NL:RBMNE:2024:2107 | 09-04-2024

Wilt u meer informatie over arbeidsrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Irene Lansen. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Ook interessant