fbpx
Vader verdacht van ontucht met kind?

Vader verdacht van ontucht met kind? Ook dan omgangsregeling

Een vader wordt ervan verdacht zijn jonge dochter seksueel te hebben misbruikt. Maar zolang dat niet vaststaat moet omgang mogelijk blijven tussen vader en kind. De voorzieningenrechter legt een ordemaatregel op.

Een stel dat inmiddels uit elkaar is heeft twee minderjarige kinderen. De rechtbank heeft een zorgregeling vastgesteld: in de oneven weken blijven de kinderen op vrijdag en in het weekend bij de vader. Als de moeder haar kinderen na zo’n weekend ophaalt, vermoedt ze dat de vader ontuchtige handelingen met de vierjarige dochter heeft verricht. De vader wordt verdacht van seksueel misbruik en wordt aangehouden. Hij mag vooralsnog zijn kinderen niet meer zien.

Omgangsregeling

Toch wil de vader dat de omgang doorgaat: zijn schuld staat niet vast en hij stelt zelf onschuldig te zijn. Hij vraagt de voorzieningenrechter (rechtbank Noord-Holland) om de eerder afgesproken omgangsregeling te laten voortduren en vindt het prima als altijd een andere volwassene daarbij aanwezig is. De moeder wil dat de vader de kinderen niet meer mag zien.

Verdachte

Uitgangspunt is dat kinderen recht hebben op en belang hebben bij regelmatig contact met beide ouders, ook als zij niet langer samenwonen. In deze zaak is de vader ‘slechts’ verdachte, het politieonderzoek kan nog enige tijd duren. Komt er daadwerkelijk een strafzaak, dan duurt dat weer enkele maanden. De aangifte is gebaseerd op uitlatingen van een jong kind en betreft één incident. De kans dat het misbruik niet wordt vastgesteld is dus aanzienlijk, aldus de voorzieningenrechter.

Die acht het in het belang van de kinderen dat het contact met hun vader niet geheel wordt verbroken, en al helemaal niet voor langere tijd. Bij jonge kinderen is continuïteit en frequentie van de omgang belangrijk en kan een onderbreking van een paar maanden het hechtingsproces al nadelig beïnvloeden. Daarom moet de vader tweemaal per week met de kinderen kunnen videobellen. De vader wordt met klem aangeraden zijn emoties tijdens die gesprekken in bedwang te houden en de kinderen niet te belasten met zijn verdriet en frustratie over de bestaande situatie. De gesprekken moeten door de kinderen vooral als leuk worden ervaren.

Ordemaatregel

De moeder moet zich positief opstellen tegenover de gesprekken en de kinderen het gevoel geven dat zij het belangrijk vindt dat zij contact met hun vader hebben, ook al is dat voor haar moeilijk. De voorzieningenrechter legt beide ouders een ordemaatregel op: zij moeten in overleg met de Reclassering en Veilig Thuis op korte termijn komen tot een voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de kinderen. Er moeten ook afspraken worden gemaakt over fysiek contact tussen de vader en de kinderen, onder een vorm van toezicht die door de Reclassering en Veilig Thuis voldoende veilig wordt geacht en waarin de toezichthouder een beknopte rapportage bijhoudt van het verloop van dat contact.

Uitspraak Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2025:5129 C/15/364641 / KG ZA 25-246 | 12-05-2025

Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Annemarie Braun. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Ook interessant