fbpx
Wedertewerkstelling afgewezen

Beide partijen schuldig aan conflict; wedertewerkstelling afgewezen

Een vrouw werkt al ruim 35 jaar voor een winkel die in handen is van haar broer en zoon. Ze is arbeidsongeschikt en in conflict met haar zoon. Daardoor kan ze niet re-integreren. Ze eist nu in kort geding bij de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant wedertewerkstelling in haar functie, zodat re-integratie wel slaagt.

De vrouw werkt op het gebied van personeelszaken, marketing, inkoop en verkoop. De winkel is een vennootschap. Haar broer en zoon zijn de vennoten.

Ruzie

Moeder en zoon hebben ruzie over zijn nieuwe partner. Deze ruzie is zo geëscaleerd dat zij privé en zakelijk niet meer op een normale manier met elkaar kunnen communiceren. Pogingen om met werkafspraken en mediation tot een oplossing te komen zijn mislukt.

Zowel de moeder als de zoon hebben er daarna aan bijgedragen dat de ruzie een arbeidsconflict werd. Zo heeft de vrouw collega’s bij haar thuis uitgenodigd om ze in te lichten over de ruzie en ze later via WhatsApp gevraagd of ze bezwaar hadden tegen haar terugkeer naar de werkvloer. De zoon heeft op zijn beurt verklaringen van werknemers laten opstellen, waarin zij vertellen waarom ze niet meer met de vrouw willen samenwerken.

Re-integratie

Op basis van de wet is de vennootschap verplicht de re-integratie van de werknemer te bevorderen. De rechtbank benadrukt dat de zoon als werkgever boven het conflict had moeten staan. Door dat niet te doen heeft hij het conflict nodeloos laten escaleren. Daar staat tegenover dat de werknemer met haar gedrag het gezag van haar werkgever heeft ondermijnd.

De rechtbank oordeelt dat er daardoor op dit moment onvoldoende basis is voor een succesvolle re-integratie van de vrouw in haar eigen functie. De winkel waarin zij werkt is klein en het aantal mensen dat er werkt beperkt. Toelating van de werknemer tot de winkel zal tot ongewenste en onwerkbare situaties leiden. Om die reden wijst de rechtbank het verzoek van de moeder tot wedertewerkstelling af.

Verhoudingen verbeteren

De rechtbank oordeelt verder dat de werknemer en de vennootschap zich moeten inspannen om de verhoudingen te verbeteren, zodat de vrouw kan re-integreren in haar functie. Ook moeten zij zich inzetten voor een re-integratie in een functie bij een andere werkgever (het zogenoemde ’tweede spoor’).

Bron: uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLI:NL:RBZWB:2024:1116 10854968 \ VV EXPL 23-63 (E) | 21-02-2024

Wilt u meer informatie over arbeidsrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Irene Lansen. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Ook interessant