fbpx

Besnijdenis zoon. Ouders moeten er samen uitkomen, geen rol voor de rechter

Een gescheiden vrouw wil met haar minderjarige zoon op vakantie in het buitenland. Ook wil ze hem laten besnijden in een Nederlandse kliniek. Voor zowel de vakantie als de jongensbesnijdenis vraagt ze de Rechtbank Noord-Nederland om vervangende toestemming. Krijgt zij die?

Een man en een vrouw zijn acht jaar met elkaar getrouwd als ze uit elkaar gaan. Hun zoon is op dat moment drie jaar oud. De ouders hebben samen het gezag over hun zoon, die bij de moeder woont. De moeder vraagt de Rechtbank Noord-Nederland om vervangende toestemming te verlenen, zodat zij in de zomer- of herfstvakantie twee weken met haar minderjarige zoon naar het buitenland kan voor onder andere familiebezoek. Ook vraagt ze de rechtbank om vervangende toestemming om de jongen van nu 5 jaar oud in een Nederlandse kliniek te laten besnijden.

Geen toestemming vader

De vader stemt op zich in met de besnijdenis maar wil erbij aanwezig zijn. Een besnijdenis is binnen de Islamitische cultuur een belangrijke gebeurtenis. Hij wil zijn zoon kunnen troosten, geruststellen of afleiden tijdens de besnijdenis. De moeder gaat met de aanwezigheid van vader niet akkoord. Vader wil daarom dat dit laatste verzoek wordt afgewezen, of, als dat niet gebeurt, dat de rechtbank bepaalt dat hij bij de besnijdenis mag zijn.

Voor de vakantie wil hij geen toestemming geven als zijn ex-vrouw niet vertelt waar ze in het buitenland verblijft en wanneer ze met hun kind weggaat. Later zwakt de vader dit af: hij wil dat de moeder bereikbaar voor hem is en het hem laat weten als er iets met hun zoon is. De vrouw zegt uit angst voor haar ex niet te durven zeggen waar zij precies naartoe gaat. Ze is bang dat zijn familie het kind zal meenemen en dat ze het daarna nooit meer zal terugzien. Verder wijst ze erop dat de man zelf in de zomer zes weken naar hetzelfde land is gegaan. Zij wist niet dat hij weg zou gaan en wist toen ook niet waar hij was. De omgangsregeling kwam de vader in die periode niet na.

In het belang van het kind

De rechtbank stelt voorop dat, nu het gezag over het kind door beide ouders wordt uitgeoefend, de vrouw van de vader toestemming nodig heeft voor de vakantie en de besnijdenis. Bij het verzoek om vervangende toestemming toetst de rechtbank of de beslissing in het belang van het kind wenselijk wordt geacht.

Dat de moeder een tijdje met haar kind weg wil om familie te bezoeken en vakantie te houden, vindt de rechtbank niet onbegrijpelijk. De eisen die de vader in eerste instantie stelde, vindt de rechtbank niet redelijk. Wel kan de rechtbank het zich voorstellen dat de man op de hoogte gesteld wil worden als er onverhoopt iets is met zijn zoon. Dat kan, zoals de Raad voor de Kinderbescherming aangaf, per e-mail of WhatsApp, zonder adresgegevens en verdere reisdetails te geven.

Hierbij weegt de rechtbank mee dat de vader ook zelf zes weken naar het buitenland is gegaan zonder de moeder te informeren. Zij had de vader toen ook niet kunnen bereiken als er iets met hun zoon zou zijn. De rechtbank verleent dus de door de moeder gevraagde vervangende toestemming voor de reis. Wel moet zij de vader via mail of WhatsApp, direct of via de hulpverlening, laten weten als er rondom de zoon iets is waarover de vader in het kader van zijn gezag moet worden geïnformeerd.

Besnijdenis: ernstige schending lichamelijke integriteit

Het verzoek om vervangende toestemming voor de besnijdenis wijst de rechtbank af. Daarbij verwijst de rechtbank naar het standpunt van artsenfederatie KNMG. De Raad voor de Kinderbescherming onderschrijft dit standpunt. KNMG ziet jongensbesnijdenis als een schending van de integriteit van het lichaam. Dit in de grondwet vastgelegde recht beschermt mensen tegen ongewilde ingrepen in of aan het lichaam.

Volgens KNMG mogen minderjarigen alleen worden blootgesteld aan medische handelingen als sprake is van ziekte of afwijkingen, of als overtuigend kan worden aangetoond dat de ingreep in het belang is van het kind, zoals bij vaccinaties. Het zonder medische reden chirurgisch verwijderen van de voorhuid bij jongens is volgens de artsenfederatie schadelijk en een ernstige schending van fundamentele kinderrechten.

Nederlandse context, rechter stelt zich terughoudend op

Naast het feit dat de gevraagde jongensbesnijdenis een onherstelbare fysieke ingreep zonder medische noodzaak is, weegt de Nederlandse context zwaar, zo voegt de rechtbank hier nog aan toe. Later, als de jongen oud genoeg is om hierover zelf te beslissen, kan hij als hij wil alsnog de besnijdenis ondergaan. Het is niet aan de rechtbank om vervangende toestemming te geven aangezien er geen medische noodzaak is. De ouders van de jongen, die de besnijdenis allebei wensen, zullen samen, al dan niet ondersteund door hulpverlening, het gesprek moeten aangaan over de besnijdenis.

Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Augusta van Haga of vul ons contactformulier in, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Uitspraak Rechtbank (Bron:Rechtbank Noord-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNNE:2022:3511 | 21-05-2023)

Ook interessant