Rechter dwingt moeder met kind terug te verhuizen naar woonplaats vader
Kan een ouder die alleen het gezag uitoefent over een kind zonder overleg met de andere ouder verhuizen en het kind meenemen? In deze zaak dwingt de rechtbank de moeder terug te verhuizen. Ook bepaalt de rechtbank dat het kind voortaan bij de vader zal wonen. De vader heeft inmiddels ook gezag gekregen over het kind.
Een gescheiden stel heeft één kind. Als dit 7 jaar is, verhuist de moeder, die alleen het gezag over het kind heeft, plotseling naar Polen. De moeder stelt de vader, school en sociale omgeving van het kind hiervan niet op de hoogte. Vader en kind hebben geen afscheid van elkaar kunnen nemen en elkaar sindsdien niet meer gezien. De man wil dat zijn kind terugverhuist, zodat hij weer omgang kan hebben. De rechtbank heeft in een eerdere beslissing in de procedure, die de man na de verhuizing gestart is, het eenhoofdig ouderlijk gezag van de vrouw gewijzigd in een gezamenlijk ouderlijk gezag.
Lees hieronder verder
Belang van het kind
Als de rechtbank gevraagd wordt een beslissing te nemen als ouders gezamenlijk ouderlijk gezag uitoefenen, kijkt de rechtbank allereerst naar het belang van het kind. Toch is het denkbaar dat andere belangen zwaarder wegen. De rechter kan, als beide ouders het gezamenlijk gezag uitoefenen, de ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, verbieden op grote afstand van de andere ouder te gaan wonen. Ook kan de rechter deze ouder verplichten terug te verhuizen, zodat omgang tussen het kind en de andere ouder kan plaatsvinden. Bij eenhoofdig gezag kan de keuzevrijheid van de met het gezag belaste ouder ten aanzien van de woonplaats van het kind, eveneens beperkt worden. Dat is mogelijk als deze ouder niet voldoet aan de wettelijke verplichting de omgang tussen het kind en de andere ouder te bevorderen.
Omgang
Deze vader was tot de verhuizing zeer regelmatig betrokken bij de verzorging en opvoeding van zijn kind. Dit contact is plotseling verbroken toen de moeder met het kind zonder dat te melden naar Polen vertrok. Daarmee heeft zij bewust de omgang tussen de vader en het kind afgebroken. De man heeft veel pogingen gedaan om met de vrouw in contact te komen, maar zij ging daar nooit op in. Ook in deze procedure is zij niet komen opdagen. Daarmee heeft zij de belangen van het kind niet correct gewogen, oordeelt de rechtbank. Dan is de maatregel van terugverhuizing passend. Terugverhuizing moet binnen 12 weken na deze uitspraak gebeuren. Voor elke dag dat de vrouw te laat is, moet ze een dwangsom betalen van € 500, met een maximum van
€ 50.000.
Hoofdverblijfplaats
De vader wil dat het kind na de terugverhuizing bij hem zijn hoofdverblijfplaats krijgt. Hij is bereid zijn werktijden aan te passen of zelfs een andere baan te zoeken, zodat hij de dagelijkse zorg voor het kind op zich kan nemen. Ook heeft hij een netwerk van familieleden in de buurt die hem en zijn kind kunnen helpen. In zijn huis krijgt het kind een eigen kamer en er is een basisschool in de buurt. De rechtbank realiseert zich dat het voor het kind een hele stap is om terug te verhuizen en naar zijn vader te gaan. Toch vindt de rechtbank het in het belang van het kind dat het bij de vader gaat wonen. Bij vader wonen waarborgt voor het kind de stabiliteit en veiligheid.
Bron: uitspraak Rechtbank Rotterdam | FA RK 22-4064 | 17-01-2024
Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Augusta van Haga. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.