Wekelijkse overdracht kind tussen gescheiden ouders moet zonder beveiliger
Bij het wekelijkse wisselmoment van het kind schakelt een moeder een beveiliger in. Zij vertrouwt de vader niet. Maar dat is niet in het belang van het kind, oordeelt het gerechtshof. De beveiliger moet weg.
Een gescheiden stel heeft één jong kind, dat afwisselend bij de vader en de moeder verblijft. In een eerdere procedure heeft de rechtbank een zorgregeling opgesteld, maar beide ouders kunnen zich daar niet in vinden. Ze leggen de kwestie voor aan het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Lees hieronder verder
Zorgregeling
De ouders vinden de situatie zeer gespannen. Volgens de moeder stelt de vader de strijd met haar voorop. Iedere zorgregeling wordt hierdoor nagenoeg onmogelijk en is daarmee in strijd met het belang van het kind. Zij wil dat die regeling wordt opgeschort. Dit creëert rust voor het kind. Nu wordt het kind steeds overgedragen bij haar voordeur. Dat vindt zij niet veilig: zo komt de vader te dicht in haar persoonlijke levenssfeer. Zij voelde zich genoodzaakt om een beveiliger in te schakelen. De vader vreest dat de moeder het kind uit zijn leven wil verstoten. Zij deed in het verleden al een valse beschuldiging van seksueel misbruik. Bij de overdracht hebben zich inderdaad incidenten voorgedaan, maar een beveiliger erbij vindt de vader een slecht idee.
Zorgregeling niet opschorten
De Raad voor de Kinderbescherming adviseert om de zorgregeling niet op te schorten, wat de moeder wil, zeker nu er eigenlijk alleen problemen zijn bij de wisselmomenten. De Raad vindt een beveiliger daarbij schokkend vanwege het signaal dat daarmee wordt afgegeven aan het kind. Ook het hof benadrukt dat het kind gebaat is bij rust. Deze rust moet echter niet worden gezocht in opschorting van de zorgregeling, waarbij het kind het contact met de vader wordt ontnomen en van hem zal vervreemden. Rust moet worden gezocht in een onbelaste overdracht van het kind van de ene naar de andere ouder. Het kind moet kunnen ervaren dat beide ouders emotionele toestemming geven om bij de ander te mogen verblijven.
Geen dreigend gedrag
De thuissituatie is voor het kind bij beide ouders in orde – ook dat is een reden om de zorgregeling niet op te schorten. Het hof vindt het echter zeer verontrustend hoe de overdracht van het kind bij de moeder thuis plaatsvindt. Uit video-opnames blijkt dat het kind door de moeder uit de auto of uit de armen van de vader wordt gegrist, dat zij met het kind in haar armen naar binnen rent en een beveiliger de vader een halt toeroept. Op geen enkele manier blijkt uit deze beelden dat sprake was van dreigend gedrag door de vader. Het hof vindt deze handelswijze voor het kind zeer schadelijk en mogelijk traumatiserend. Zo wordt aan het kind het signaal afgegeven dat de vader een enge of gevaarlijke man is, terwijl daar geen aanleiding voor is. Camera’s en een beveiliger dragen niet bij aan het gevoel van veiligheid bij het kind.
Beveiliger moet weg
De vader heeft het kind een keer onverwacht bij de moeder teruggebracht. Dat ging toen zonder beveiliger en dat verliep goed. Een beveiliger gaat wel met de moeder mee als zij het kind bij de vader ophaalt of naar hem toe brengt – die staat op enige afstand, maar is duidelijk zichtbaar. Dat kan niet, vindt het hof. Als de moeder wil dat iemand bij de overdracht aanwezig is, moet dat – in het belang van het kind – een professioneel begeleider zijn, bijvoorbeeld iemand van Humanitas.
Het hof overweegt tot slot: Het is aan beide ouders om hun verantwoordelijkheid ten aanzien van hun dochter te nemen, zodat zij op een rustige manier van de vader afscheid kan nemen en naar de moeder kan gaan. Benadrukt wordt dat van de vader wordt verwacht hij zich ervan zal weerhouden om zich op verbaal grievende of intimiderende wijze uit te laten of anderszins een voor de moeder dreigende houding aan te nemen. Van de moeder wordt verwacht dat zij de vader en hun dochter de ruimte geeft om gezamenlijk naar de voordeur toe te lopen en aldaar van elkaar afscheid te nemen.
Uitspraak Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLI:NL:GHSHE:2024:742 | 06-03-2024
Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Annemarie Braun. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.