fbpx
ruzie ouders straatverbod

Ruzie tussen ouders rechtvaardigt nog geen straatverbod

Een vrouw voelt zich angstig en bedreigd door haar ex. Ze wil dat de rechter hem een straat- en locatieverbod oplegt. Zover wil de rechter echter niet gaan. 

Deze man en vrouw hebben twee minderjarige kinderen. Ze zijn uit elkaar, de vrouw oefent het gezag uit over de kinderen die bij haar wonen. Hun onderlinge verstandhouding is slecht. De vrouw zegt erg bang te zijn voor de man. Tijdens de relatie, maar ook nadien, is sprake van verbale en fysieke agressie. De vrouw stelt dat de man een hemd aan de schutting heeft gehangen met een foto van het hoofd van de vrouw, waarop haar ogen zijn uitgestoken en haar keel is doorgesneden. Volgens de vrouw worden de incidenten steeds heftiger en lijkt de man psychotisch te ontregelen. Instanties als Veilig Thuis zijn bij de zaak betrokken, de vrouw heeft een alarmknop. De vrouw heeft aangifte gedaan tegen de man.

Straatverbod en ontzeggen omgang

De vrouw wil rust. Zij vordert bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland een straat- en contactverbod. De vrouw wil dat dat de man niet in een straal van 1000 meter rond haar huis komt en niet binnen een straal van 500 meter van de school en sporthal van de kinderen. Alleen contacten die door de hulpverlening worden georganiseerd zouden buiten het verbod moeten vallen.  

Daarnaast wil de vrouw dat de rechtbank de man het recht op omgang met de kinderen ontzegt. Anders gezegd, de vrouw wil dat er in ieder geval het komend jaar geen contact is tussen vader en de kinderen.

Toetsingskader 

Dergelijke verboden zijn zeer ingrijpend en daarom past een rechter terughoudendheid. Ze vormen een inbreuk op iemands recht om zich vrijelijk te verplaatsen en op de persoonlijke vrijheid van – in dit geval – de man. De voorzieningenrechter stelt dat voldoende aannemelijk moet zijn dat sprake is van onrechtmatig handelen of dat er een serieuze dreiging van onrechtmatig handelen bestaat. 

De rechter zal alle feiten en omstandigheden wegen en beoordelen in hoeverre de stellingen van partijen zijn aangetoond.

Afwijzing contact- en locatieverbod 

De voorzieningenrechter wijst in deze zaak het straat- en locatieverbod af. De feiten en omstandigheden rechtvaardigen niet de inbreuk van een dergelijk verbod op de rechten van de man. Dat de relatie tussen partijen ernstig is verstoord, is duidelijk. Maar niet elk hinderlijk gedrag – van in dit geval de man – kan leiden tot een contact- en straatverbod. Ook niet als dit gedrag emoties en onrust bij de ander veroorzaakt. De voorzieningenrechter weegt ook mee dat de man bereid is om geen contact meer met de vrouw op te nemen en heeft toegezegd niet meer bij haar huis te verschijnen. 

Anders gezegd, de rechtbank schat de situatie als ernstig in, maar vertrouwt op de ter zitting gedane toezeggingen van de man.

Omgangsverbod?

Het tweede punt waarop de rechter moet beslissen is het omgangsverbod. Indien de situatie dermate zorgelijk is dat de kinderen schade oplopen door de omgang, zowel geestelijk als lichamelijk, dan kan de rechter bepalen dat een ouder zijn/haar kinderen niet mag zien. Dit besluit kan maximaal een jaar gelden, daarna zal een dergelijk besluit opnieuw getoetst moeten worden. 

De rechter oordeelt dat een omgangsverbod te ingrijpend is. De vordering van de vrouw wordt dan ook afgewezen. Volgens de rechter gaat het tussen deze twee ouders vooral mis in de communicatie en het ontbreken van duidelijke afspraken. De rechter heeft niet kunnen vaststellen dat de kinderen ernstig geestelijk en lichamelijk nadeel ondervinden van contact met hun vader. De problemen die zich in dit dossier voordoen lijken geen verband te houden met de wijze waarop de man met de kinderen omgaat.

Na afloop van de zitting hebben partijen met elkaar afspraken kunnen maken. De man zal de kinderen onder begeleiding zien. Ook zal de Raad voor de Kinderbescherming ingezet worden om in een bodemprocedure te onderzoeken of een omgangsontzegging in het belang van de kinderen is en indien dat niet het geval is, welke zorgregeling het meeste in het belang van de kinderen zal zijn.

Conclusie

Kinderen hebben recht op hun ouders, ook als ouders zeer moeizaam met elkaar kunnen communiceren of indien er serieuze problemen tussen hen spelen. Het is evident dat de verhouding tussen de ouders verstoord is. De rechter geeft zich daarvan rekenschap, maar meent dat moeder onvoldoende heeft kunnen aantonen dat de kinderen gevaar lopen. Zeker in een kort geding procedure zal een rechter terughoudend te werk gaan en wachten op  een advies vanuit de Raad voor de Kinderbescherming.

Uitspraak Rechtbank (Bron: Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBGEL:2023:4337 C/05/421890 / KG ZA 23-247 | 26-07-2023)

Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Hilde Dreesmann-Bruijntjes. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op. En tot slot verwijzen wij graag naar onze FAQ-pagina waar u de antwoorden op veelgestelde vragen kunt lezen.

Ook interessant