fbpx
vader bijdragen jongmeerderjarige

Biologische vader moet bijdragen aan studie en levensonderhoud jongmeerderjarige!

Een biologische vader weigert de kosten van zijn jongmeerderjarige dochter te betalen. De rechtbank verplicht de vader te gaan bijdragen aan studie en levensonderhoud en stelt de hoogte van de bijdrage vast. De rechtbank maakt een complexe alimentatieberekening voor het samengestelde gezin.

De dochter is geboren uit de relatie tussen moeder en de biologische vader. Kort na haar 18e verjaardag heeft de biologische vader zijn dochter erkend. Door deze erkenning is de DUO van mening dat de biologische vader onderhoudsplichtig is geworden. De dochter raakt vanwege de erkenning haar (maximale) aanvullende studiebeurs kwijt. Zij stelt zich op het standpunt dat haar vader inmiddels onderhoudsplichtig is en een bijdrage in haar kosten van studie en levensonderhoud dient te betalen. De vader weigert dat.

Door de stopzetting van haar studiebeurs komt de dochter maandelijks simpelweg geld tekort. De vader verlangt van zijn dochter dat zij verschillende bijbaantjes aanneemt naast haar studie. De dochter meent dat dit niet van haar verlangd kan worden en zij stelt zich op het standpunt dat zij niet in de kosten van haar eigen levensonderhoud en haar studie kan voorzien. De dochter wil een bijdrage van haar biologische vader en dient daarvoor een verzoek in bij de rechtbank Rotterdam.

Onderhoudsplicht

Op basis van de wet moeten ouders verplicht betalen voor het onderhoud van hun jongmeerderjarige kinderen. Dat zijn kinderen in de leeftijd van 18 tot 21 jaar. Een jongmeerderjarige is nog niet verplicht om een eigen inkomen te verwerven. Ouders kunnen hun kinderen dus niet verplichten om te gaan werken. Ouders zijn financieel namelijk nog verantwoordelijk voor hun kinderen. Hierin hebben ouders geen keuzevrijheid. Daardoor staat het voor de rechtbank vast dat de vader – die na de erkenning de juridische vader is geworden – moet bijdragen aan het onderhoud van zijn dochter. De rechtbank zal de alimentatieverplichtingen uitrekenen.

Behoefte dochter

Om te bepalen hoeveel de vader moet bijdragen, kijkt de rechtbank eerst naar de kosten van de dochter. Dit wordt de ‘behoefte’ genoemd. Om de behoefte te bepalen gebruikt de rechtbank normbedragen uit de Wet op de Studiefinanciering 2000. De basisbeurs die de dochter ontvangt wordt op die normbedragen in mindering gebracht. Ook wordt een bedrag aan woonlasten afgetrokken, omdat de dochter niet uitwonend is. De inkomsten van de dochter uit bijbaantjes worden niet in mindering gebracht op haar behoefte.  De dochter is dit werk immers gaan doen omdat haar studiebeurs wegviel. Het werken was te belastend in combinatie met de studie.  De dochter wil juist minder werken zodat zij zich op haar studie kan richten, zeker in het afstudeerjaar. De rechtbank volgt de dochter in deze redenatie.

Wie betaalt wat?

Moeder en de stiefvader hebben samen vijf kinderen. De biologische vader en zijn partner hebben één kind. Bij samengestelde gezinnen is het heel ingewikkeld om te bepalen wie welke bijdrage moet betalen. Van alle onderhoudsplichtige ouders moet bepaald worden wat de draagkracht is en wat diens aandeel in de kosten van de kinderen is. Het inkomen van allen wordt in kaart gebracht. Vervolgens moet er per kind berekend worden wat de behoefte is. De behoefte van een kind is weer afhankelijk van de hoogte van het inkomen van de ouders. 

Vervolgens moet berekend worden welke bijdrage iedere onderhoudsplichtige ouder moet betalen. Daarbij geldt dat ook rekening gehouden moet worden met de andere kinderen. De rechter moet de kinderalimentatie vaststellen en daarbij rekenen alsof hij voor alle kinderen de alimentatie berekent. De Expertgroep Alimentatie van de Rechtspraak geeft adviezen voor de berekeningen bij samengestelde gezinnen. Alhoewel dit stuk lezenwaardig is, verdient het de aanbeveling om een specialist in te schakelen vanwege de complexe berekeningen. 

De vader moet uiteindelijk de grootste bijdrage in de kosten van de dochter leveren. Dit komt omdat zijn draagkracht het grootste is en verdeeld moet worden over minder kinderen dan binnen het gezin van moeder en de stiefvader. Vanwege de gezinssamenstelling van moeder en stiefvader kunnen zij geen bijdrage leveren in de kosten van de studie en levensonderhoud van de dochter.

Bijdrage vader

De rechtbank bepaalt dat de vader met terugwerkende kracht alimentatie moet betalen. De rechtbank rekent over het tijdvak november 2022 tot en met juli 2023 een bedrag per maand uit, over het tijdvak augustus 2023 tot en met december 2023 een bedrag per maand en tot slot de nieuwe alimentatie met ingang van januari 2024. Vader moet een bedrag van € 604,65 per maand betalen.

Bron: Uitspraak Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2024:425 | 21-01-2024

Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Hilde Dreesmann-Bruijntjes. Ook kunt u ons contactformulier invullen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Ook interessant