Ook rechter in kort geding kan verdeling gemeenschappelijke woning opleggen
Kan de rechter in kort geding een ex-partner dwingen mee te werken aan de verkoop van een gemeenschappelijke woning? Of kan alleen de bodemrechter dat? Uit een recent arrest van de Hoge Raad blijkt dat ook de voorzieningenrechter een partij daartoe kan veroordelen.
In deze zaak hebben een man en een vrouw met elkaar samengewoond. Samen zijn zij eigenaar van een huis. Als ze uit elkaar gaan, wil de man zijn deel van de woning verkopen. De vrouw heeft niet de middelen haar ex uit te kopen. Daarom wil de man dat het huis wordt verkocht, zodat hij dan zijn deel krijgt. De vrouw wil daar niet aan meewerken. De man dagvaardt zijn ex in kort geding.
Ordemaatregel
De voorzieningenrechter veroordeelt de vrouw om mee te werken aan de verkoop en levering van de woning. Tegen deze uitspraak gaat de vrouw in hoger beroep. Bij het gerechtshof krijgt zij gelijk. Het hof stelt dat een kortgedingprocedure is bedoeld voor het treffen van een ordemaatregel. De voorzieningenrechter kan niet een wijze van verdeling van een woning gelasten. Tegen dit oordeel stelt de procureur-generaal, in het belang der wet, beroep in cassatie in. Volgens de procureur-generaal moet het arrest van het hof worden vernietigd.
Arrest
Dit advies van de procureur-generaal is nu door de Hoge Raad overgenomen. Volgens de Hoge Raad, kan de rechter in kort geding ook op vordering van een deelgenot een veroordeling uitspreken jegens een andere deelgenoot om mee te werken aan de verkoop en levering van een gemeenschappelijk huis.
Let wel: er dient sprake te zijn van een spoedeisend belang. Vergelijkbare uitspraken over een woningverdeling na een echtscheiding zijn eerder gedaan. Zo oordeelde de Hoge Raad in 1966 dat de rechter in kort geding een veroordeling kan uitspreken tot medewerking aan de overdracht van een onroerende zaak.
Ook kan de voorzieningenrechter een ‘deelgenoot’ een machtiging verlenen tot het te gelde maken van een gemeenschappelijk goed. Dit blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad uit 2002. In dat arrest bepaalde de Hoge Raad ook dat de kortgedingrechter op vordering van een deelgenoot een veroordeling kan uitspreken dat de andere deelgenoot moet meewerken aan de verkoop en levering van een gemeenschappelijk goed.
Bodem- en voorzieningenrechter
Kortom, als de ene ex wil dat de andere ex meewerkt aan de verkoop en levering van de gemeenschappelijke woning, kan ook de rechter in kort geding, indien er sprake is van een spoedeisend belang, hem of haar daartoe dwingen. In de wet staat dat ‘de rechter’ de wijze van verdeling van een woning kan gelasten die toebehoort aan de deelgenoten. De Hoge Raad heeft nu met dit arrest bepaald dat niet alleen de bodemrechter dit kan doen, maar ook de voorzieningenrechter.
Wilt u meer informatie over familie- en jeugdrecht of heeft u een vraag over het onderwerp van dit artikel, neemt u dan contact op met Francesco van der Linden of vul ons contactformulier in, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.
Uitspraak Hoge Raad (Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLI:NL:HR:2023:499 | 20-04-2023)